Net als ons mensen hebben onze huistijgers vocht nodig om hun lichaam goed te laten functioneren. Van nature zijn katten echter geen grote drinkers. Toch moet hij voldoende vocht binnenkrijgen om kwaaltjes door uitdroging te voorkomen. Denk maar aan problemen met de nieren of blaas. Hoe je het drinken bij je kat kan bevorderen, lees je verder in deze blog.

Hoeveel water zou een kat moeten drinken?

Een volwassen kat zou tussen de 40 en 50 ml water per dag moeten drinken voor elke kilo die ze wegen. Voor een kat van 5 kg zou dit dus tussen de 200 en 250 ml moeten zijn. Geef je jouw kat natvoer? Dan dekt dit eigenlijk al een groot deel van hun vochtbehoefte. Sommige katten hebben echter een verhoogde vochtbehoefte. Denk maar aan een moederpoes of een kat die tijdelijk last heeft van braken of diarree. Ook in de zomer bij hogere temperaturen verhoogt de hoeveelheid water die ze nodig hebben.

Drinkt mijn kat genoeg water?

Het is niet altijd duidelijk voor ons poezenbaasjes om te weten of onze kat nu wel genoeg water drinkt. Er is een test die je zou kunnen doen om te zien of je kat gehydrateerd is: Trek zachtjes de huidplooi in de nek omhoog en laat weer los. Indien de plooi direct terugtrekt is dat een goed teken: jouw kat drinkt genoeg. Zie je echter dat dit maar moeizaam terugtrekt, moet je ervoor zorgen dat je kat meer gaat drinken.

De beste tips om je kat meer te laten drinken

Zoals eerder gezegd zijn katten van nature dus geen zo’n gemakkelijke drinkers. Toch kun je een aantal tips toepassen om ervoor te zorgen dat hij genoeg gaat drinken. We zetten er even een aantal op een rijtje:

• De waterbak apart van hun eten: We weten natuurlijk al dat je het water niet in de buurt van hun kattenbak moet plaatsen. Hun reukzin werkt erg goed en ze zullen niet erg blij zijn met vervelende geurtjes die in het water dringen. Maar wist je ook dat ze het niet altijd fijn vinden om hun water vlak naast hun eten te hebben staan? Hou ongeveer een meter afstand tussen zijn eten en zijn waterbak.
• Meerdere waterbakken op verschillende plekken: Zet zowel binnen als buiten verschillende bakken water. Zeker als je meerdere katten hebt, kun je bijvoorbeeld op elke verdieping en in de tuin voldoende waterbakken voorzien. Hoe vaker je kat een waterkom tegenkomt op zijn route, hoe groter de kans ook is dat hij er gebruik van gaat maken.
• Ga groot genoeg: Het is mogelijk dat je kat een te klein bakje zal laten staan. Dit is omdat de snorharen tegen de rand botsen en dit voor stress kan zorgen, waardoor je kat dus een te kleine waterbak zal vermijden. Kies dus bij voorkeur voor een grote, platte waterbak.
• Kies het juiste materiaal: Alweer, katten zijn erg kieskeurig. Zo kan het voorkomen dat hij niet uit een plastic bakje wil drinken omdat het materiaal onaangename geuren vasthoudt. Kies voor een ander soort materiaal waar je kat de voorkeur aan geeft, zoals bijvoorbeeld een metalen bakje.
• Regelmatig verversen: Katten zijn kieskeurige, propere beestjes. Daarom willen ze soms niet van hun water drinken omdat het er bijvoorbeeld al te lang staat. Ververs hun water dus minstens één keer per dag. Zo voorkom je dat er bacteriën in het water groeien door bijvoorbeeld voedselrestjes of blootstelling aan het zonlicht.
• Een drinkfontein: De meeste katten zijn dol op stromend water. Misschien heb je dit wel al gemerkt als je de kraan laat lopen en je pluizenbol hier van gaat slurpen. Een drinkfontein houdt het water ook altijd fris, wat je kat zeker zal appreciëren.
• Een lekker smaakje: Je kunt een paar druppels kattenmelk aan het water toevoegen. Katten zijn ook gek op de koude, ongekruide bouillon. Let wel op het zoutgehalte om nierproblemen te voorkomen en zorg daarnaast ook altijd voor gewoon vers water.
• Een waterbak op een hogere plek: Katten houden ervan om in de hoogte te zitten en zo de kat uit de boom te kunnen kijken. Het geeft hen een veilig gevoel. Zo kunnen ze rustig en ongestoord van hun water drinken.

Met deze tips kun je alvast op weg, maar moest je nog altijd merken dat je kat onvoldoende drinkt, wees er dan op tijd bij om contact op te nemen met de dierenarts.