Katten hebben nagels nodig. Om bijvoorbeeld ergens in te klimmen. Maar ook om te krabben, om zichzelf te beschermen en verdedigen. Toch is het belangrijk dat de nagels niet te lang worden. Zo vermijd je dat je kat er hinder van ondervindt.

Wanneer moet je de nagels van een kat knippen?

Algemeen genomen, moet je ervan uitgaan dat je de nagels ongeveer 2 tot 3 keer per jaar moet knippen. Zo hou je de nagels op een lengte waarbij de voordelen ervan nog zijn, maar zonder dat de kat er problemen, pijn of ongemakken van ondervindt.

Bij buitenkatten zal dit minder snel nodig zijn. Dit omdat ze bijvoorbeeld door het lopen op asfalt of het klimmen in bomen hun nagels op natuurlijke manier scherpen. Voor binnenkatten kan het scherpen aan een krabpaal niet voldoende blijken om de nagels op goede lengte te houden. Als je merkt dat je kat bij het lopen de nagels niet meer kan intrekken of dat ze er spontaan op bijten, weet je dat het tijd is voor een nagelknipbeurt.

Waarom moet je de nagels van een kat knippen?

Te lange nagels zorgen ervoor dat die gaan ingroeien of afbreken. In het ergste geval kan je kat zelfs een nagel verliezen als die te lang wordt. Vooral het ingroeien zal je kat pijn en hinder opleveren. Dat wil je als baasje natuurlijk vermijden.

Kan je dit zelf doen?

Een kattennagel heeft een levenloos deel dat je zonder problemen kan wegknippen. Een dun bloedlijntje doorheen de nagel geeft aan waar het levende deel van de nagel begint. Het levende deel knip je dus niet weg.

Er zijn handige schaartjes die speciaal voor katten ontworpen zijn. Deze laten je toe de nagels makkelijk en in de juiste vorm te knippen. En dit zonder dat je kat hier last van zal ondervinden. Laat je kat het knippen niet toe, raadpleeg dan beter een dierenarts.