Wanneer kan ik mijn kat/poes laten castreren/steriliseren?
Als je zo’n klein pluizenbolletje door je kamer ziet scharrelen zou je het niet zeggen, maar kittens zijn al geslachtsrijp rond een leeftijd van vijf à acht maanden. Dat houdt in dat je katertje vanaf die leeftijd al voor nageslacht kan zorgen, of dat je poesje een nestje kan krijgen. Het advies is daarom om een kitten te laten castreren voordat deze vruchtbaar wordt en doe dit zeker voordat je jouw harige huisgenootje naar buiten laat gaan. Een gebruikelijke leeftijd voor castratie is als je kitten tussen de vier en zes maanden oud is. Eerder kan ook, dan hebben we het over ‘vroegcastratie’ (leeftijd: twee tot drie maanden), maar het risico van de narcose is wat groter bij jongere
kittens. Natuurlijk kunnen volwassen katten ook nog steeds gecastreerd worden.
Het verschil tussen castreren en steriliseren
Je denkt misschien dat je een kater laat castreren en dat een poes gesteriliseerd wordt. Niet zo gek, want dit is een bekend misverstand. Eigenlijk wordt zowel een kater als een poes gecastreerd. Bij een castratie verwijdert de dierenarts bij een kater de zaadballen en bij een poes de eierstokken. Sterilisatie wordt eigenlijk niet of nauwelijks meer toegepast, maar bij deze ingreep worden de zaad- of eileiders onderbroken en blijven katten geslachtshormonen produceren.
Waarom castreren?
Sommige mensen hebben er moeite mee om hun kat te laten castreren. Argumenten zijn bijvoorbeeld dat het onnatuurlijk is, of dat het gezond zou zijn voor poezen om een nestje te krijgen. Feit is dat er in asielen heel veel katten zitten te wachten op een warm mandje en dat de manier waarop wij katten houden sowieso weinig meer met de natuur te maken heeft. In de natuur zouden katten tenslotte echt niet zo dicht op elkaar leven. Katten ondervinden geen enkele hinder van castratie en ervaren minder stress, doordat territoriumdrift afneemt en met name katers hun hormonen niet meer achterna hoeven te lopen.