Eerste inentingen voor kittens

Op de leeftijd van negen weken worden kittens standaard voor de eerste keer ingeënt. Op 12-13 weken volgt de tweede inenting en uit voorzorg doe je er ook goed aan om op 16 weken nogmaals eentje te voorzien. De drie vaccinaties samen zorgen voor een maximale bescherming voor een toch nog fragiele en kwetsbare kitten.

Inentingen voor volwassen katten

Voor volwassen katten worden twee inentingen als prioritair gezien. Dit is eentje tegen de niesziekte en eentje tegen de kattenziekte. Uiteraard kan je in functie van het risico en de algemene gezondheid van je kat kiezen voor nog meer inentingen. Dit bespreek je dan best met je dierenarts. Hij geeft je graag alle nodige informatie en onderzoekt wat specifiek voor jouw kat de beste oplossing is.

Onterecht wordt er vaak van uit gegaan dat binnenkatten geen inentingen moeten krijgen. Evenals katten die naar buiten gaan, hebben zij hier alle baat bij.

Inenting tegen niesziekte

De niesziekte veroorzaakt bij katten chronische luchtwegklachten en eenmaal de ziekte doorgemaakt blijft de kat levenslang drager. In periodes van mindere weerstand steken de symptomen dan opnieuw de kop op. Een jaarlijkse inenting beschermt jouw kat hiertegen.

Inenting tegen kattenziekte

De kattenziekte tast het maagdarmkanaal aan, is erg besmettelijk en is in de meeste gevallen dodelijk. Een inenting om de drie jaar zal de weerstand van jouw kat hiertegen verhogen.

Zorgen voor jouw kat betekent naast de liefde en aandacht die je het diertje geeft, ook dat je oog hebt voor een optimale bescherming. Dit kan dus door middel van regelmatige bezoekjes aan dierenarts en het voorzien in, minstens, de standaardinentingen.